00.10 Tekst : Waar een wil is, is een weg ] Vijfde acte. Beeld : Grote groep meisjespatienten komen goed ingepakt naar buiten. Elsje's moeder, die een brief van haar dochter leest, waarin zij schrijft over de dennebossen, waarin de patienten wandelen. In paren wandelen de dames over de bospaden. Elsje wijst twee medepatienten met een stok op een boom juist terwijl groepje andere patienten passeert 01.18 Een stukje uit de brief : De dames aan een lange tafel in de eetzaal waar een arts bij deze en gene informeert en helpsters bedienen. Elsje schept haar bord vol en begint met smaak te eten. Zinsnede in de brief over haar eetlust ; een opmerking over de lighal ; houten gebouw, gedekt met rieten dak en vorsten, staande op een draaischijf, wordt langzaam rondgedraaid tot de open voorzijde naar de camera is gekeerd. De dames op bedden en onder dekens liggend in de lighal, breiend of lezend 03.03 Elsje op haar bed schrijft een brief, haar moeder vouwt de brief tot een steeds kleiner wordend stukje papier. Tekst : Onder schafttijd voor de smidse. Beeld : Karel zit op een bascule te praten met een collega terwijl Frans staande meeluistert. Tekst : En vol dat het was.. wel 5000 menschen. Ze begonnen met motor-races... Blekemolen was favoriet. Beeld : De gangmaker met daarachter de stayer Cor Blekemolen. Voortrazende stayers achter hun gangmakers op de wielerbaan 03.48 Tekst: Toen kwamen wij... Ga weg... er waren er wel twintig ] Beeld : Peloton wielrenners op de baan. Tekst : Eerst een beetje trucrijden, op tempo noemen we dat... Beeld : Voortjagende wielrenners tijdens de afvalrace. Tekst : en dan spurten, jongens... Beeld : Voorbijflitsende wielrenners. Tekst : Laat ik nou 2 aankomen... een reuze krans... Beeld : Karel met een krans omhangen wordt gefeliciteerd door collega's en wedstrijdleiders. Tekst : eereronde en volkslied. Beeld : Soldaat van het regiment Luchtvaarttroepen brengt de groet 04.48 Karel vraagt : Hoe laat is het ? Het horloge wijst drie minuten voor twee aan. Tekst : Nog drie minuten ] even even nog een toertje maken. Beeld : Karel pakt zijn fiets, stapt op en racet weg, nagekeken door zijn twee collega's, die gaan zitten en het gesprek voortzetten. Frans zegt zich zorgen over Karel te maken niettegenstaande diens stoere voorkomen. Tekst : Ik geloof, dat hij erg moet oppassen... Een goeie kerel, maar onvoorzichtig. Beeld : Frans staat op en ziet dat Karel komt aanracen en gaat de smidse binnen. Karel stapt af, zet zijn fiets tegen de muur en wist zich het zweet van voorhoofd en hals en gaat naar binnen 06.33 Tekst : En bij 't werk... Beeld : Karel pookt het smidsvuur op waarin hij een stuk ijzer verhit. Frans controleert tandraderen. Close-up van hoestende Karel waardoor Frans steeds weer opkijkt. Tekst : Denzelfden namiddag. Beeld : Karel en Frans lopen langs de gracht naar huis. Karel en Frans staan te praten. Tekst : Ik voel me niks lekker... en kruip straks gauw onder de wol. Beeld : Ze geven elkaar de hand en gaan uit elkaar 07.45 Tekst : Elsje's vertrek uit het Sanatorium brak eindelijk aan. Beeld: Elsje neemt van tallozen afscheid bij de ingang van het sanatorium en loopt snel over het tuinpad, van de balkons nagewuifd door patienten en verpleegsters. Tekst : Karel is sinds die race-middag niet meer de ouwe... Hij komt al sinds dagen niet meer op zijn werk, is ziek en onder doktersbehandeling. Beeld : Frans zet zijn draaibank stil als baas Buscher hem vraagt naar Karel. Tekst : Het wil niet meer met hem. Ik denk, dat die fiets hem geen geluk brengt. Ik ben bang, dat hij zijn vader nagaat... Hij had 't al lang onder de leden. Beeld : Hij beeindigt het gesprek en zet zijn draaibank weer aan. 09.10 Tekst : Op het Consultatie-Bureau werd Karel's sputum onderzocht. Het sputum bevatte tuberkelbacillen. Beeld: laborante bekijkt uitstrijkje onder een microscoop. Uitvergroot microscoopbeeld van tuberkelbacillen. Karel ligt in zijn bed op zijn kamertje als een van zijn vrienden binnenkomt en vraagt hoe lang het nog zal duren waarna hij op het bed gaat zitten. Karel begint over wielrennen te praten, wijst op de lauwerkrans aan de wand en op een foto van Blekemolen, waarna hij begint te hoesten en naar zijn borst grijpt. Even later gaat hij overeind zitten maar zinkt in de kussens terug 10.42 Tekst : Bij de familie Buijs. Beeld : Elsje hangt uit het raam van de benedenverdieping van een middenstandshuis met een brief in haar hand. De inhoud van de aan Frans gerichte brief, waarin zij informeert naar haar moeder en Frans van wie ze niets gehoord heeft. Zij wenkt een een buurjongetje en zendt hem weg om de brief te posten. Tekst : Einde van vijfde acte. 11.39 Einde